Op onze laatste dag in Opuwo gaan we naar de locale
markt.
Geen mooi georganiseerde toeristische maar een bont
allegaartje van houten krottige stalletjes voor de plaatselijke Himba, Herero
en Themba stammen.
We hebben geen idee hoe ze op onze aanwezigheid zullen
reageren.
Het parkeren van de wagen gebeurt zoals steeds hier onder het waakzame oog van de opdringerige “parkeerwachtertjes”
met de “juweelverkoopstertjes” er direct achteraan.
Eén van hen past weer symbolisch op de auto want dit is
nu eenmaal hun manier om een centje te bemachtigen. Ook foto's maken van de folklore kost ons hier geld !
Met 4 Themba-meisjes in ons kielzog vertrekken we naar de
“markt”.
Omdat het toeristisch seizoen op zijn einde loopt
proberen we ons niet al te veel te storen aan de extreme aandacht die we van de
lokale mensen krijgen.
Het raakt ons erg te zien hoe “de blanke” een spoor van “culturele
vernieling” trekt en de plaatselijke bevolking in verleiding brengt voor onze
westerse producten.
Terwijl we dachten dat de Himba’s tevreden zijn met hun “maispap”
als voedsel zien we hoe ze met een paar dollar droge worsten, chips en “smoutebollen”
kopen.
De Themba- meisjes die ons tot bij de plaatselijke “Zeeman”
gevolgd zijn proberen zelfs schoenen en bh’s van ons los krijgen terwijl ze
normaal halfnaakt en blootsvoets lopen.
Dat het de inwoners hier aan niets ontbreekt bewijst de
plaatselijke “computerzaak” …
In de supermarkt wil een verkoopster weten waarom wij
zonnemelk kopen. Ze vraagt zich af of we hun zwarte kleur niet mooi vinden.
Als we haar uitleggen dat we wel graag bruin worden maar onze huid niet opgewassen
is tegen de brandende Namibische zon begrijpt ze het niet meer.
Ze raakt helemaal de draad kwijt wanneer we haar uitleggen dat het bij ons koud, nat en grijs is.
Ze raakt helemaal de draad kwijt wanneer we haar uitleggen dat het bij ons koud, nat en grijs is.
Wanneer we bij het buiten komen van de supermarkt weer
omzwermd worden door de bijouterieverkoopsters zoeken we steun bij “Queen Elizabeth”
, een gezette zwarte vrouw die we op onze eerste dag in Opuwo bij het tankstation ontmoetten en die vlotjes Engels praat.
Natuurlijk heeft ook zij een handel in armbandjes. Voor
20 Nam $ (2 €) kiezen we iets uit haar mandje en speelt zij voor tolk.
De kopen worden beslecht, betaald en “blut” druipen we af.
Tot aan onze auto worden we achtervolgd.
De koeken en nootjes die we in de supermarkt kochten zijn
we voor we instappen alweer kwijt.
Op zo’n moment voelen we ons een beetje Sint Niklaas…
In de namiddag bekomen we aan de rand van het zwembad in
ons hotel….
Man man man, wat hebben wij het goed !
Jullie zijn gedroomd toeristenvoer! LOL LOL LOL
BeantwoordenVerwijderen